Aan- en verkoop van een onroerend goed van een persoon onder bewind

Recent kreeg ik een vraag over de verkoop van een goed van een persoon onder bewind. Een aanleiding om aan dit onderwerp een blog te wijten. In deze bijdrage zoem ik in op de regeling die is voorzien wanneer een onbekwame meerderjarige, die onder bewind werd geplaatst, een onroerend goed wenst te verkopen of aan te kopen.

Beschermingsstatuut

Als beginsel geldt dat een meerderjarige persoon ten volle bekwaam is om alleen alle rechtshandelingen te stellen met betrekking tot zijn persoon en goederen. Toch zijn sommige meerderjarigen, ten gevolge van ziekte of ouderdom, niet meer in staat om hun vermogen of hun middelen zelf verder te beheren.  Om dit op te vangen, heeft de wetgever een wettelijk kader uitgewerkt. Vroeger bestonden er meerdere beschermingsstatuten, die evenwel aanleiding gaven tot onduidelijkheid en onzekerheid. Met de wet van 17 maart 2013 werd er in één beschermingsstatuut voorzien.

De rol van de bewindvoerder

Een bewindvoerder wordt aangesteld door de Vrederechter. Dit kan op verzoek van iedere belanghebbende partij, zijnde de zorgbehoevende zelf, een familielid, een buur, de huisarts, de Procureur des Konings, ….  De door de Vrederechter aangestelde bewindvoerder begeleidt de meerderjarige kwetsbare persoon bij persoonsgebonden aangelegenheden en bij het beheer van zijn vermogen en de staat van zijn goederen.

De belangen van de beschermde persoon staan altijd centraal, wat ook de omstandigheden of de transactie is. De Vrederechter zal in het vonnis opnemen voor welke handelingen de onbekwame nog alleen kan optreden en voor welke handelingen hij bijstand van een bewindvoerder nodig heeft. Op deze manier wordt een regeling op maat van de onbekwame uitgewerkt.

Voorafgaande machtiging door de Vrederechter

De aan- en verkoop van een onroerend goed door een onbekwame meerderjarige kan enkel na een voorafgaandelijke machtiging door de Vrederechter, op voorwaarde dat de onbekwame daarbij vertegenwoordigd wordt door een bewindvoerder. De bewindvoerder ontfermt zich over de aanvraag van deze machtiging. Hij zal de onbekwame persoon naderhand ook vertegenwoordigen bij de aankoop- of verkooptransactie.

De aankoop van een onroerend goed

Vooraleer de onderhandse koopovereenkomst kan worden getekend, moet de bewindvoerder de machtiging van de Vrederechter verkrijgen. Het is raadzaam een schattingsverslag, waarin de waarde van het goed werd bepaald, mee in te dienen. Daarnaast moet zeer concreet worden beschreven waarom de aankoop voor de beschermde persoon noodzakelijk is. Redenen kunnen zijn een lange termijninvestering, nodig comfort/ levenskwaliteit of specifieke huisvestingsbehoeften voor de beschermde persoon. Deze documenten helpen de Vrederechter te beslissen in het belang van de beschermde persoon. Indien de machtiging wordt verleend, kan de koopovereenkomst ondertekend worden, waarna verdere notariële afhandeling kan geschieden.

De verkoop van een onroerend goed

De openbare verkoop

Ook voor de verkoop van een onroerend goed moet de Vrederechter machtiging verlenen.  Bij het verlenen van de machtiging zal de Vrederechter een notaris aanduiden, die belast wordt met de openbare verkoop van het goed. De wetgever gaat ervan uit dat de openbare verkoop het meest transparant is. De notaris neemt de organisatie van de openbare verkoop op zich. De bewindvoerder zal daar aanwezig zijn, de prijs ontvangen, kwijting geven en er tenslotte de prijs beleggen. Het openbare karakter moet ervoor zorgen dat de verkoop correct verloopt.

Toch zijn er nadelen verbonden aan een openbare verkoop: de kosten zijn hoger dan bij een verkoop uit de hand. Bovendien bestaat de kans dat het goed wordt ingehouden bij gebrek aan belangstelling of aanvaardbare biedingen.

In de meeste gevallen zal de bewindvoerder opteren voor de uitzonderingsregeling (artikel 1193 van het Gerechtelijk Wetboek). Hij zal de Vrederechter vragen om het goed uit de hand te mogen verkopen.

De verkoop uit de hand mits machtiging

Dit is de meest gangbare praktijk, omdat de bewindvoerder of de familie de extra kosten en de risico’s verbonden aan een openbare verkoop willen vermijden. In dit geval moet men de Vrederechter er wel van overtuigen dat deze verkoopwijze aantrekkelijker is voor de beschermde persoon. Beslissende factoren zijn de aanlokkelijkheid van het aanbod dat de bewindvoerder bekomt en de aard van het onroerend goed. De kosten voor een openbare verkoop van een krotwoning of een onroerend goed met beperkte waarde staan per slot van rekening niet in verhouding tot de haalbare verkoopprijs.

Indien een kandidaat-koper een aanvaardbaar bod uitbrengt, zal de bewindvoerder een verzoek om machtiging tot onderhandse verkoop aan de Vrederechter richten. De bewindvoerder moet daarbij een ontwerp van de notariële verkoopakte alsook een schattingsverslag van een deskundige voorleggen. Deze documenten helpen de Vrederechter om het belang voor de beschermde persoon in te schatten. Hij kan ook bijkomende voorwaarden voor de verkoop opleggen. Indien de machtiging wordt verleend, duidt de Vrederechter een notaris aan die gelast wordt met het verlijden van de notariële akte.

Auteur: Tania Stouthuysen – Elus vastgoed
Bovenstaande informatie is louter een informatie en geen juridisch advies.

Comments are closed.